donderdag 16 september 2010

Dag 4 Sardinië : Porto Torres - Castelsardo - Sassari - Alghero



Sardinië behoort (geologisch gezien) tot de oudste formaties van Europa. Het eiland is 600 miljoen jaar geleden gevormd.

Het eerste volk dat zich op het eiland vestigde, kwam waarschijnlijk via een natuurlijke landengte die ooit Toscane met Sardinië verbond, zo’n 450.000 - 150.000 jaar geleden. 
Rond 1800 v.C. ontwikkelde zich op heel Sardinië een cultuur die de cultuur van Bonnannaro wordt genoemd.
In deze vroegste fase van de Nuraghe cultuur ontstonden de eerste bouwwerken met een simpele structuur (platformen met een doorgaande gang). Deze bouwwerken worden Protonuraghe genoemd.
De Bronstijd (1800 - 538 v. C.) in Sardinië wordt gekenmerkt door de typische bouwwerken in natuursteen die Nuraghi genoemd worden.
Er zijn nog steeds zo’n 7000 Nuraghi te vinden in Sardinië. De meest bekende is wel de Nuraghe van Barumini in de provincie van Cagliari. Er is maar erg weinig bekend over de Nuraghe cultuur, of beter gezegd het Nuraghe tijdperk. Wat we weten komt van archeologisch onderzoek.
Ook van de Nuraghe tijd zijn vele sporen teruggevonden: o.a. keramiek, glas, sieraden, wapens, beeldjes in brons, vazen, gedecoreerd aardewerk en grote potten.

Rond 1000 v.C. gingen Fenicische schepen inhammen in de Sardijnse kust gebruiken als haven. 
Na de Feniciërs kwamen de Puniërs, daarna de Romeinen, die bijna 700 jaar over Sardinie regeerden.
In de Middeleeuwen werd het bezet door de Vandalen, de Bijzantijnen en de Arabieren.

Paus Bonifatius VIII ondertekende in 1295 n.C. de pauselijke bul waarbij Jacobus II van Aragon werd benoemd tot koning van Corsica en Sardinië.
De Spaanse verovering verliep langzaam: de heersers van Arborea voerden langdurig oorlog tegen de indringers, er waren opstanden in Alghero en in 1355 n.C. werd de Spaanse Kroon gedwongen de zes grootste steden een vorm van parlement toe te staan.
De Aragonezen kregen pas in 1409 n.C. definitief de macht in handen.  De cultuur van de Spanjaarden was zo sterk dat nu nog rond Alghero een Catalaans dialect wordt gesproken.
Na de Vrede van Utrecht in 1714 n.C. werd het eiland, door de Spanjaarden, afgestaan aan Oostenrijk, dat het vervolgens bij het Verdrag van Londen overdroeg aan koning Vittoro Amedeo II van Savoye, toen zij Sicilië met Spanje ruilden voor het eiland Sardinië.

Van 1720 n.C. tot 1861 n.C. vormde Sardinië met Piëmonte het Koninkrijk Sardinië.
In 1796 n.C. veroverde Napoleon Bonaparte heel Noord-Italië, waarop de Savoyes naar het eiland Sardinië vluchtten. Het Koninkrijk kwam in 1814 n.C. terug op de kaart en werd uitgebreid met de Republiek Genua als bufferstaat tegen Frankrijk. Op 17 maart 1861 n.C. werd het koninkrijk Italië uitgeroepen met Victor Emanuel II als koning. Sardinië als land hield op te bestaan.
Op 31 januari 1948 werd Sardinië een autonome regio van Italië.

Geschiedenis Sardinië - Vlag van Sardinië
De vlag van Sardinië, of de Vier-Moren-Vlag, is het officiële embleem van de autonome regio Sardinië.
Er gaan verschillende verhalen dat het symbool terug gaat tot 1017 n.C., maar het eerste verband met Sardinië stamt uit de 14e eeuw, als officieel symbool van het koninkrijk.
Sinds de 18e eeuw hielden de Moren hun hoofd naar links en hielden zij de witte band voor hun ogen.
Geschiedenis Sardinië - Wapen van Sardinië
De officiële erkenning van de vlag van Sardinië binnen Italië kwam in 1952 met een presidentieel besluit. Een regionale wet veranderde in 1999 de vlag: de Moren kijken nu naar rechts en de witte banden bedekken de voorhoofden.
Op het wapen van Sardinië kijken de Moren nog steeds de andere kant op en zijn hun ogen bedekt door een blinddoek.



Aankomst in Porto Torres in Noord-Sardinië





























Het oude kuststadje  Castelsardo is gesticht door de familie Doria van Genua rond 1100 en ligt op een heuvel.
We verkennen we het historische centrum en bezoeken de Duomo met een bekend altaarstuk dat een stille getuige is van de grote schilderkunst die Sardinië gekend heeft. 

De invloeden vanuit de Spaans-Catalaanse hoek zijn opmerkelijk. 






 
La medievale Chiesa di Santa Maria delle Grazie è molto particolare: priva di facciata, ha l’ingresso curiosamente situato sul lato destro dell’edificio, al centro di tre ampie arcate di pietra trachitica e calcarea. 

L’interno è ad una navata con altare maggiore neoclassico collocato nell’abside, che custodisce un Ecce Homo tra due nicchie con statue di santi. La chiesa è arricchita da altari minori lignei in stile barocco come il pulpito e da un’antica statua di San Francesco posta nella cantoria



















Vervolgens rijden we het binnenland in en houden een tussenstop in de oude stad Sassari


Hier bevindt zich een belangrijk archeologisch museum, het Museo Archeologico Sanna
In dit museum krijgen we een volledig overzicht van de antieke geschiedenis van Sardinië en daardoor ook een eerste zicht op het belangrijke verleden van Sardinië waarin zoveel verschillende volkeren hun stempel hebben achtergelaten: de culturen uit het bronzen tijdperk, de Myceners, de Feniciërs, de lokale Nuraghen-cultuur, Romeinen enz…. 
























Onze volgende stop is aan  de Basilica Santa Trinità di Saccargia, één van de meest treffende romaanse monumenten op Sardinië.























Ten slotte bereiken we  Alghero, waar we 3 nachten zullen verblijven in Hotel Calabona

























Geen opmerkingen:

Een reactie posten